Uit den oude doosch: Dromen...
Het mooie van dromen is dat je geen beperkingen hebt in je kunnen. Om te beginnen begin ik met het weer. We nemen een lekker warm zonnetje, maar weer niet te warm. We nemen een verfrissend briesje, maar niet te kil. Nu ik toch bezig ben met dromen maak ik gebruik van het vermogen mij te verplaatsen naar waar ik niet ben.
Ik zit in Zuid-Frankrijk en kijk uit over de zee. Zoals ik daar elk jaar probeer te doen overzie ik een nieuw jaar en sluit het oude af. Wat is er gebeurt en welke nieuwe plannen ga ik maken? Wie is de moeite waard en van wie neem ik afscheid? Op dit moeilijke punt aangekomen droom ik dat ik droom. Ik hoef deze vraag niet te beantwoorden en reis verder.
In een groot veld met bloemen lig ik op mijn rug en kijk ik naar de strak blauwe hemel. Het besef hoe simpel geluk kan zijn dringt bij mij binnen. Ik buig iets voorover en zie in de verte een kasteelmuur. Een muur zoals ik deze vaker aan tref. In het midden van de muur is een grote poort. Een poort waarvoor ik normaal veel moeite moet doen om deze te laten openen.
Ik besef mij echter dat ik droom en heb dus het vermogen de poort te laten openen zonder hier moeite voor te doen. Ik besef mij dat ik achter de deur een nieuwe weg kan dromen, ik kan dromen dat nieuwe kansen zich voor doen en ik ze met beide handen aangrijp.
Zoals in elke droom speelt mijn onderbewustzijn op. Ik kan de deur openen, maar dan zal ik de consequenties van mijn keuzes moeten aanvaarden. Ik zal de tegenslagen voor lief moeten nemen. Ik zal potjes moeten breken en de scherven moeten opruimen.
Langzaam wordt ik wakker, wakker in Zuid-Frankrijk, wakker in een veld met bloemen, wakker waar ik maar wil. Ik besef mij dat dromen nog complexer zijn als het leven zelf. Of overkomt het leven je terwijl je droomt?
Welterusten!
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home