Tegen Beter Weten In

Gaan weer ouderwetsch om zich heen schoppen...

22 juli 2006

Komkommertijd

Nu kan ik me niet voorstellen dat er mensen zijn die TBWI verkiezen boven een glas met gekoelde inhoud naar keuze op het balkon, in de tuin of bij gebrek aan beide zelfs in het stadspark. Er worden echter statistieken bijgehouden van jullie bezoeken en geloof het of niet, jullie komen hier. Jullie lezen ons!

Uiteraard doe ik alles voor onze trouwe lezers en bezig ik mij tussen de hangmat en een natte klets met het updaten van mijn weblog. Welnu, de inspiratie is op dit moment ver te zoeken. Voor zeik en zanik stukjes is het simpelweg te warm, want – zo moet je weten – de warmte maakt mij mild. Ook voor diepgaande stukjes over het leven is het te warm. Althans, wel om deze op papier te zetten. Dan filosofeer ik er liever op los op één van de bovengenoemde locaties met dito omstandigheden.

Om jullie toch op de hoogte te houden van wat mij de afgelopen tijd heeft bezig gehouden, hierbij een samenvatting in steekwoorden: tuin, eten in Haarlem, duiktheorie behaald, Ricard, Rose, BBQ, fietsen en tot slot…. Een bad kan hard aankomen!

Om dit stukje toch enigszins een boodschap mee te geven… een vraag voor jullie allen: ‘hoe komt het toch dat zovelen hun auto verlaten als de brug openstaan’?

08 juli 2006

Toneelspel

Het leven is een groot toneelspel. Een spel waarin een ieder probeert te knokken voor de hoofdrol, zonder te weten hoe deze rol ingevuld moet worden. We zijn uit het oog verloren dat een goede hoofdrol alleen maar ingevuld kan worden als er goede bijrollen zijn.

Wanneer zijn we oprecht gelukkig en wanneer spelen we gelukkig? Een onderschijt wat bij veel mensen nog maar lastig te maken is. Ben ik gelukkig of voel ik me gelukkig omdat ik ben opgegaan in mijn rol? Maakt dit überhaupt nog uit?

Zou het niet mooi zijn als we ophielden te spelen? Zou het niet mooi zijn als de gelukkige gelukkig waren, als de verliefden verliefd waren en als de verdrietige verdrietig waren?

Toen ik opgroeide had ik het toneelspel nog niet zo goed door. Vaak had ik het gevoel alleen te vechten tegen de grote boze buitenwereld. Inmiddels beheers ik het spel en ken ik de regels. Maar liever had ik het spel niet gespeeld.

Waarom verliezen zoveel mensen het kind dat zich blijft verbazen over nieuwe ervaringen? Waarom verliezen zoveel mensen het kind dat oprecht uitkomt voor zijn gedachten? Waarom verliezen zoveel mensen het kind dat de kinderen om hen heen begrijpt zonder woorden?

Zet 2 kinderen uit totaal verschillende landen en met een totaal verschillende taal bij elkaar. Zij spelen samen en het ontbreken van een gezamenlijke taal lijkt totaal geen barrière. Samen verbazen ze zich, samen ontdekken ze nieuwe dingen, samen spelen ze, zonder te spelen wie ze werkelijk zijn.

Helaas wordt het toneelspel dat wij leven noemen gespeeld zonder regisseur. Een ieder vecht voor zijn of haar hoofdrol en is bezig te mierenneuken over niet ter zake doende details. De grotere lijn wordt uit het oog verloren… Totdat het kind in ons naar boven komt. Het kind wat ons laat spelen, zonder te spelen wie we zijn…

03 juli 2006

Gewoon maar wat op weg (deel 2)

In reactie op ''gewoon maar wat op weg'' schreef vriend Baardt het volgende. Uiteraard verdiend zo'n mooie tekst een plek op TBWI. Vandaar dat ''gastblogger'' Baardt hierbij weer van zich laat horen....


Ik heb een lange tijd geprobeerd mijzelf innerlijk te verbeteren. Zelfonderzoek is een prachtige hobby, zo niet een levenslang doel. Echter, recentrelijk lijken al mijn grootse ideeën langzaam als sneeuw voor de ziel te verdwijnen. Niet meer stilstaan bij levensvragen, geen snakken naar esoterische kennis, geen dorsten naar het eeuwige water. Gewoon, leven om te leven.Gewoon maar wat op weg...

Toch rest mij altijd één thema, gedachten die ik nooit meer zal kunnen loslaten, simpelweg vanwege mijn opvoeding en intriensieke verwondering. Ben ik goed of fout, geef ik lief of leed, draag ik bij of brokkel ik af, ontwikkel ik of sta ik stil?

Deze gedachten zullen mij nooit verlaten. Sterker, deze vragen moet je je mijns inziens altijd blijven stellen, enkel wel in het juiste perspectief. Want het antwoord wordt vaak pas achteraf duidelijk. Vallen en opstaan dus. Want als ik al wat geleerd heb, van mijn onderzoeken, is dat het leven geleefd dient te worden. Zo simpel is de waarheid. Onderwijl is het fijn als je anderen dat ook laat doen, en vanuit dat standpunt volgen op dit moment dan ook al mijn 'geboden'.

Het leven is er om te leven, en nu doe ik dat/en dat doe ik nu met volle overgave. Stond ik eerst langs de kant vertwijfeld te kijken naar een maatschappij die immer voortraasde, nu zit ik (onwennig, dat wel) in de stoptrein (en misschien stap ik nog wel es over in de intercity). Ik kijk naar de blik op de gezichten van de mensen langs de kant. De blik die ik zo goed ken.Waarom? Waarvoor? Waarheen?Ik stel deze vragen op dit moment even niet meer, alhoewel ze echt nog wel met grote regelmaat ongevraagd bovendrijven.

Het is niet dat ik het heb opgegeven, want de W-vragen blijven me helpen m'n plaatsje op deze wereld proberen te begrijpen. Ik stel ze even niet meer omdat ze me op een bepaalde manier tegen lijken te houden. Het grote gevaar aan deze vragen is namelijk dat je eerst het antwoord wil weten, en dan pas wil leven. Het antwoord op de vragen is voor de één duidelijk, en de ander niet. Sommigen vinden het in religie, de anderen in filosofie en/of spiritualiteit, en weer anderen nemen ze gewoon voor lief en kijken wel waar ze uit komen.

Ik begin van twee naar drie te neigen; de verfoeilijke heidense dagplukkers-, de 'Grootste Familie'-leden, de kleinburgerlijken... Althans, zo noemde ik ze vaak. Maar ik heb geleerd om niet meer te oordelen, tenzij ik zelf mijn waarheid ken. En laten we even wel zijn, ik ken hem nog lang niet.

Toch lijkt het alsof ik me schuldig voel dat ik nu meer naar groep drie neig. Vond ik mezelf eerst geweldig dat ik me immer bezig hield met de hogere vraag zonder een antwoord te krijgen, nu vind ik antwoorden bij de vleet, maar weet niet precies meer bij welke vraag ze passen. Het leven is me makkelijker geworden door meer en meer gewoon met de stroom mee te gaan, en dat doet pijn, want het lijkt alsof ik heb opgegeven. Hoe vaak lees je niet dat het pad naar de waarheid zware offers vraagt. De Bijbel, de Koran, de Veda's en noem ze maar op. Ze spreken allemaal van die weg, die de wereld vergeet, en de enkeling tot grote hoogte brengt.

Nu sta ik midden in het leven en daagt voor het eerst in mijn leven aan de horizon wat het is om mens te zijn. Niet langer als een blinde langs de contouren van het leven tasten, maar ogen wagen wijd open en in het diepe springen. Mens zijn is misschien wel eten, werken, slapen, lief zijn, boos zijn... in ieder geval durven te kiezen.

Het feit dat ik als mens op de wereld sta, betekent dat ik in dit leven me ook als mens moet gedragen. En de enige manier om er achter te komen wat het is om mens te zijn, is te leven als een mens. Het lijkt makkelijk om nu te zeggen dat ik daar wel eerder had kunnen achterkomen. Toch ben ik er wel van overtuigd dat ik mijn 'geweldige' periode nodig heb gehad om juist in het leven te kunnen staan zoals ik dat nu probeer te doen. Wat is er nu dan veranderd? Het is de subtiliteit van het leven. Je doet precies hetzelfde maar nu met volle wetenschap waar jij eindigt, en de wereld begint. Ik heb veel geleerd over mijzelf, wat mijn valkuilen zijn, mijn sterke punten, wat van mij is, wat van anderen is.

Ik ben gerichter, begrijp meer dan ooit dat ik mijn eigen leven maak, en dat het aan mij is om te kiezen welke richting ik op ga. Dat wist ik eerst niet, ik vermoedde het enkel. Voor de zoektocht door de krochten van mijn ziel liet ik me zonder enig echt benul meesleuren door alle stromen en stromingen en tja, dan dan donder je toch steeds tegen elke steen in het water op. Nu stroom ik met beleid, weet wat ik kan veranderen en wat niet. Ik heb begrepen dat je moet leren van je eigen fouten, dat er progressie in je zelf zit. Ik heb begrepen dat er geen zonde is in het maken van fouten, maar dat het zonde is om fouten keer op keer te maken. Dus wat is het antwoord op de vraag der vragen. Ben ik goed, ben ik fout? Het antwoord is dat het er niet toe doet.

Met alles wat ik leer kom ik een stap verder in de toekomst, een toekomst die, hoe ik het ook wend of keer, altijd anders is dan ik kon bedenken. En daar draait het om.

Leef en leer, en niet andersom!