Tegen Beter Weten In

Gaan weer ouderwetsch om zich heen schoppen...

12 september 2007

Wat een hitte ;)

A: "Pff, wat is het warm."
P: "Ja, het is warm."
A: "Regende het maar gewoon, daar kan je je tegen kleden."
P: "Ja, regende het maar gewoon."
A: "Echt warm."
P: "Te warm....... He, bah, moet dat nou?"
A: "Wat?"
P: "Moet je nu echt in je neus gaan zitten poeren waar ik bij ben?"
A: "Oh, sorry, wist niet dat je daar moeite mee had."


A: "Pff, wat is het warm."
P: "Ja, het is warm."
A: "Regende het maar gewoon, daar kan je je tegen kleden."
P: "Dat heb je al gezegd. Heb je het nieuws nog gekeken gisteravond?"
A: "Nee, heb ik wat gemist?"
P: "Nee, vroeg het mij gewoon af."
A: "Ow, gelukkig."


P: "Moet je nu niet beginnen over de warmte?"
A: "Het is inderdaad wel warm he?"
P: "Ja, het is warm."

10 september 2007

Spelend-en-wijs

We waren jong en speelde ongedwongen. Zorgen bestonden uit het wel of niet met de grootste auto mogen spelen. Of iets later, misschien wel uit het leeg raken van het accupack van je RC auto. Schoolvakanties werden doorgebracht in het bos, op het speelveld, in het zwembad of gewoon op de hoek van de straat.


We waren jong en leefde ongedwongen. Zorgen bestonden uit het wel of niet krijgen van dat ene meisje. Of iets later, misschien wel uit het hebben van een puistje die precies in het gezicht zat. Schoolvakanties werden doorgebracht in het bos, bij vrienden thuis, in het zwembad of gewoon op de hoek van de straat.


Ergens tussen toen en nu zijn we van kind volwassen geworden. Iets waarvan wij 10 jaar geleden riepen dat we het nooit zouden worden. Volwassendingen waren raar. Volwassenzorgen wilde wij niet. Maar we maakte keuzes, namen afslagen, kozen een opleiding en kregen een baan. Ergens tussen toen en nu…


We worden ouder en spelen ongedwongen. We spelen ons leven en plaatsen een masker om gelukkig(er) te lijken. We verzwijgen wat ons bezighoudt en spreken over wat we eigenlijk allang besloten hebben. We spelen ons leven… Zorgen lijken niet te bestaan, deze spelen we weg en verstoppen we achter ons masker. Heel soms laten we een heel klein stukje van ons echte gezicht zien. Maar zodra iemand probeert ons te ontmaskeren rennen we weg en verstoppen ons.


Verstoppertje, vroeger was het zo'n leuk spelletje! Buut!

06 september 2007

Cappuccino in de nazomer

De ochtendzon kwam achter de kerktoren vandaan. Langzaam maar zeker kwamen de stralen van de nog immer warme najaarszon over het terras waar hij inmiddels zijn derde cappuccino leeg dronk. Mensen passeerde hem in alle haast, maar hij had de rust. Hij hoefde vandaag niets.

Maanden had hij uitgekeken naar even niets hoeven. Nu slechts twee dagen op weg was er weinig over van dit verlangen. De ene haastte zich voor de volgende afspraak, de ander probeerde de kinderwagen in bedwang te houden. De volgende leek zich te haasten voor school. Turend naar deze mensen zette hij zijn beker op de schotel op de tafel voor hem. Iets harder als verwacht en het oude echtpaar aan de tafel naast hem keek verschikt op.

Hij zag hun verschikte blik en deed of het hem niets kon schelen. Het kon hem eigenlijk ook niets schelen. Hij had wel wat beters aan zijn hoofd. Terwijl deze gedachten tussen hem en het oude echtpaar in zweefde vroeg hij zich af wat het dan was. Het was zoveel en zo belangrijk maar tegelijk zo nietig.

Hoe kon het gebeuren dat al wat hij andere verweet hem net zo hard overkwam. Hoe kon het dat hij zichzelf voorloog. Of was hij juist eerlijk naar zichzelf geweest? Het feit dat hij er over nadacht wees hem naar de eerlijkheid, maar kon hij het ook op die manier verwoorden naar de buitenwereld? Was het nodig om het te verwoorden? Wie ging het eigenlijk aan?

Hij rekende af en verliet in zijn gedachten het terras. Groetend naar het oudere echtbaar die hem neerbuigend aankeken. Maar net toen hij passende woorden had bedacht om voor zichzelf uit te mompelen greep de oude man zijn arm vast. Hij keek hem indringend aan en zei: ‘Laat het maar jongen, ze zullen je toch nooit begrijpen. Maar laat jou, laat jou je eigen gang maar gaan!’

05 september 2007

U was gewaarschuwd:

Een gewaarschuwd mens telt voor twee is mij wel eens vertelt. Toch geld dit niet direct voor alle mensen. Al in de zomer van 2002 hielden de Amerikanen voor zo'n slordige 250.000.000 dollar een repetitie omtrent het aanvallen van Irak. jawel lieve lezertjes, ze hebben inderdaad geoefend, want oefening baart kunst. Wat ze gedaan hebben is het volgende. Ze hebben 13000 manschappen laten komen en talloze computers ingezet om Irak te simuleren. Luitenant-Generaal Paul Van Riper was op dat moment al gepensioneerd en speelde voor Sadam, onze vrolijke en toen nog springlevende dictator.
Sadam "a.k.a. Paul Van Riper" Hussein versloeg met minimale, doch onorthodoxe wijze de vloot van de oh zo machtige Amerikanen in de Persische Golf. Zoals je snapt, was dit een enorme domper voor onze gealieerde vrienden aan de andere kant van de oceaan en zo doende besloten zij te doen alsof er niks gebeurt was. "Sadam" moeste even de andere kant op kijken terwijl de amerikanen hun machtige vloot "zogenaamd" weer boven water haalden en aan land kwamen. Vervolgens moesten de Ripertroepen de andere kant op kijken, omdat de Amerikanen dan gemakkelijk aan wal konden komen.
Wat een invasie moet dat in het echt geweest zijn zeg. Een aantal op de bodem gezonken schepen worden door Jerommeke (van Suske en Wiske) boven water getrokken, de dode mannen komen weer tot leven dankzij dokter Barabas en de Iraakse bevolking is op slag blind door de machtige hand van de Almachtige hierboven.
U snapt uiteraard, dat Van Riper geen zin meer had om mee te spelen en besloot te klikken. hij zat in de vut en ze konden hem niks meer maken als het om geld gaat. Hij klapte dus uit de school over de "Millenium Challenge" zoals ze de ambitieuze en dure simulatie noemden.
Het mag duidelijk zijn, dat Paul Van Riper niet aan groupthink doet (zie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Groepsdenken voor info), sterker, hij past zich niet aan, maar gaat zijn eigen gang.
Hoe ging het in zijn werk:
In de Persische Golf kwam een enorme vloot Amerikaanse mariniers te liggen. Meneer Van Riper, ook niet gek, bedacht dat dit wel eens een aanval zou kunnen wezen. De golf was druk met allerlei kleine bootjes en kleine vliegtuigjes van het kaliber plezierjacht en zweef-/propellervliegtuigje. Toen die vloot binnen kwam varen liet die slimme en oude Marinier Paul van R vanaf de minaretten een gecodeerde boodschap horen. De veel betere en slimmere Amerikanen hadden wel boodschappen over de radio verwacht, maar niet via de minaretten en dus verwachtten zij geen aanval van kleine Allahu Akbar verkeersvliegtuigjes en Basmala bootjes" die samen met een paar kleine schepen die zijdewormlijkende raketten afvuurden 1 vliegkampschip, twee helicopterschepen en zestien gewone schepen naar de haaien stuurden. Dit zou een grote nederlaag zijn geweest voor de Amerikaanse marine. Naar het schijnt zou het zelfs de grootste nederlaag zijn geweest die de Amerikaanse marine ooit heeft geleden.
"Zo gaat dat in het eggie niet" beweerden de generaals en admiraals die de Amerikanen speelden en ze lasten een pauze in.
Er werd beloten door te gaan met oefenen en de controleofficieren, de scheidsrechters, bepaalden dat Paul v R niet meer gebruik mocht maken van het ultrakortegolf-communicatiesysteem. dat hadden de Amerikanen namelijk uitgeschakelt door middel van elektronische oorlogsvliegtuigen. Nee, Irak zou gebruik moeten maken van mobiele en sateliettelefoons. Uiteraard kon de moskee geen oproepen via de minaretten doen en boodschappen via motorkoeriers versturen was ook niet te doen. Ik schrijf dat het logisch is, maar waarom, dat weet eigenlijk niemand.
Na nog vele pesterijen stopte Van Riper ermee. Zijn bevelen werden niet meer opgevolgd, omdat de controleofficieren deze tegenspraken, afspraken werden niet nagekomen en er werden scripts voor hem klaar gelegd, waardoor hij feitelijk niks meer te zeggen had over zijn eigen leger.

Nu jaren later blijkt dus dat deze Van Riper echt niet zo gek was als dat men het deed voorkomen. Zelfs onze Dutchbatters (gemiddeld hersenloze gasten die denken dat je met een wapen om vrede kan brengen en nu steeds weer met de neus op de feiten worden gedrukt, omdat er steeds meer mensen kapot geschoten worden. Niet zeiken, je bent soldaat, had je verwacht dat er op iedereen geschoten zou worden, behalve op jullie? Je hebt geen GODmode in the real world NERD) komen daar op redelijk harde wijze achter. Steeds meer mensen komen er gelukkig achter dat het allemaal niet zo verstandig was. De oorlog tegen onze Jazakallahu Khayran-terroristjes is minder gemakkelijk te winnen dat men dacht.

Luister en kijk dan ook gewoon een keer naar de feiten die voor je op tafel liggen en jank niet overal je geld, noch je leven zomaar op in.

Labels:

03 september 2007

Lavendelgekte

De geur van haar zoete parfum hing om haar heen. Terwijl ze haar hoofd op mijn schouder te rusten legde kroop de geur van kokosvet mijn neus binnen. Met het insnuiven van deze geur snoof ik de herinneringen naar binnen.

Ik keek opzij en zag jou dromerig voor je uit kijken. Verzonken in je gedachten. Was het geluk of waren het zorgen die uit jou gezicht spraken? Ik kon jou blik niet plaatsen. Ik keek ademloos toe en ontdekte steeds nieuwe uitdrukkingen op jou gezicht. Wat ging er in je om? Mocht ik er ooit deelgenoot van worden?

Kijkend naar jou gezicht droomde ik weg. Ik droomde weg in jou blikken en de kamer waar wij ons bevonden leek op te lossen. Via een vage schim belanden wij op de top van één van de hoogste bergen. Het klimaat is aangenaam en de lucht van lavendel en tijm hangt om ons heen. Vogels vliegen zorgeloos voorbij.

Terwijl jij opstaat komt de wind onder je zomerse jurkje. Ik sta op en pak je hand. Verschikt kijk jij me aan, de dromen in jou ogen vallen weg en jou blik kan ik nu niet plaatsen. Terwijl je mijn hand vasthoudt sta je op, je kijkt me aan. Je vraagt mij: ‘Ga je mee, naar één van de hoogste bergen?’ Ik zwijg en de geur van jou zoete parfum vermengd met de kokosbries maakt mij week.

01 september 2007

Zomaar wat gedachten: Bijzonder...

Afgelopen week zei een vriendin: ‘… en hoewel ik toen dacht dat ik dood zou gaan, heb ik zelfs dat overleefd’. Deze woorden spoken door mijn hoofd en ik besef hoe relatief alles is. Toen ik een jaar of 14 was, midden in mijn pubertijd, met gierende hormonen door mijn lijf dacht ik dat de wereld volledig tegen mij was. Dat gevoel bekroop mij regelmatig en in veel dingen zag ik de bevestiging voor wat ik dacht.

Achteraf bezien was het een enorm gave tijd. Een tijd met fantastische mensen, mensen waar ik lol mee heb gehad, mensen van wie ik heb geleerd, mensen die mij gevormd hebben tot wie ik nu was. Dat laatste brengt mij meteen bij de tweede vraag die mij laatst bezig hield, want wat als ik nu eens in een totaal andere omgeving was opgegroeid, hoe was ik dan, hoe was ik dan geweest?

Het leven vormt je tot de persoon die je bent. Kleine dingen blijken achteraf een enorme impact te hebben, wat ooit groot leek verdwijnt langzaam naar de achtergrond. Het leven is bijzonder!